"Van wie zijn deze tassen?"... "Is er iemand hier de eigenaar van één van deze tassen?" Slaperig kijken alle buspasagiers voor zich uit. We hebben twee rijen moeten vormen achter lange werkbanken waarop we onze handbagage moeten leggen. Het is half twee ´s nachts en we zijn net wakker gemaakt door de buschaufeur om de grens te passeren. We moeten de bus uit, al onze handbagage en formuliertjes meenemen en in de rij aansluiten om Argentinië te mogen verlaten. Mijn paspoort wordt gescand en "bam", een stempel en door naar de volgende rij om Chili in te kunnen. Weer wordt mijn paspoort gescand en "bam", nog een stempel. Welkom in Chili. In de rij worden we besnuffeld door een dolle verdwaalde golden retriever. Ik wens dat maar niemand door dit beest gebeten wordt. Als ik de slaap uit mijn ogen wrijf en nog eens goed kijk zie ik dat de hond enigszins gedirigeerd wordt door een man in uniform. O ja, dit hoort er natuurlijk bij.
We hebben de afgelopen drie maanden al menige landsgrens gepasseerd waarvan sommige meerdere malen, maar toch kan ik er maar niet aan wennen. Er bekruipt me telkens een ongemakkelijk gevoel. Dat komt deels doordat de procedures overal anders zijn. De ene keer, zoals nu, zitten de twee landsvertegenwoordigers naast elkaar achter dezelfde balie met ieder een eigen loketje, de andere keer liggen ze op kilometers rijden van elkaar en moeten we weer de bus in en uit. De ene keer moet je uitstappen en de andere keer kun je blijven zitten. Soms wel of soms geen formuliertje invullen en dan is de bagagecontrole ook nog overal verschillend. De andere reden voor dit ongemakkelijke gevoel heeft te maken met het machtsvertoon van de douanebeambten. Tussen al die serieuze blikken in uniform voel ik me heel klein worden, alsof ik daadwerkelijk iets te verbergen heb. Ik kan het niet laten toch te proberen ergens een gezicht te ontdooien of een uniform uit zijn of haar rol te lokken.
Op dit uur word ik recalcitrant van dit idiote toneelspel. Joep en ik grappen wat over de manier waarop we hier opgesteld staan, maar dit wordt niet gewaardeerd. "Van wie zijn deze tassen?" klinkt het opnieuw. En dan pas zie ik dat de rechter van mij is. Alsof ik een slecht rapport bij de juf op moet komen halen loop ik met tegenzin naar voren. Ik moet de tas openen en terwijl ik de rits van de hoes open rollen de strenge man en vrouw met hun ogen. "Oh nee," zucht de vrouw, "een rugzak." "Een tas in een tas," zegt de man, alsof alleen dat al een misdaad is. "Ja, die moet dus ook open," gebiedt de vrouw. Hun random selectie is blijkbaar niet zo random als ze doen voorkomen, want rugzakken daar beginnen ze liever niet aan. Die zijn toch echt te ingewikkeld. Dit bleek ook al eens toen Joep´s tas eruit gevist werd. Die keer mochten we tijdens de procedure in de bus blijven en kwam er een man de bus in omdat Joep zijn tas open moest maken. Toen in de hoes een rugzak bleek te zitten en de arme jongen ook al geen Spaans begreep was het commentaar, "rits maar weer dicht," en er werd een oogje toegeknepen.
"Fruit, verse producten?" vraagt de man terwijl hij om me heen loopt. "Nee, want dat mag niet," antwoord ik. De vrouw begint aan de bovenkant van mijn tas, duidelijk niet wetende hoe zoiets open moet. Ik help haar en rits en gesp de voorkant ook open. Hoe sneller we hiermee klaar zijn, hoe beter. Er is vooral wat kleding en een handdoek te zien. "Alleen kleding?" Ja, wat denk je, muts? Je mag blij zijn dat alles net fris gewassen is. Maar ik zeg: "ja, kleding, poncho, schoenen, lakenzak, boeken..." Hebbes, ze heeft beet hoor. "Wat is dit?" "Malariapillen," antwoord ik. "Oh." En ze gooit het doosje weer terug. Ik mag weer inpakken, terwijl ze nog niet de helft gezien heeft en ik word weer terug naar mijn plaats gestuurd. Daar snuffelt een hond over de tafels aan alle handbagage en daarna nog een andere. De één is vast gespecialiseerd in verse producten en de ander in drugs. Vervolgens mogen we onze tassen op de lopende band leggen voor een röntgencontrole. "Het is goed hoor," knipoogt het andere uniform achter het schermpje, alsof hij daar me wil zeggen: "jij hebt al genoeg moeten doorstaan deze nacht. Ga jij maar weer lekker verder slapen in de bus."
Posts tonen met het label Argentinië. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Argentinië. Alle posts tonen
woensdag 30 november 2011
Over de grens
Labels:
Argentinië,
bus,
Chili,
douane,
grens,
Latijns-Amerika,
Zuid-Amerika
Locatie:
Valparaíso, Chili
zaterdag 26 november 2011
Busreis
Eerlijk is eerlijk, in de meeste Zuid-Amerikaanse landen die we tot nu toe doorkruisd hebben is het reizen per langeafstandsbus de meest luxe vorm van vervoer. De wagens zijn uitgerust met ruime zitplaatsen waarvan de rugleuning ver naar achteren kan zonder de achterbuurman al te veel tot last te zijn. Daarnaast worden we getrakteerd op prachtige uitzichten, die na 800 kilometer van hetzelfde type laagvlakte met hetzelfde type struik soms wat gaan vervelen, maar dan is er altijd nog het entertainment in de vorm van barslechte actiefilms of zoetsappig en komisch spul met Jennifer Aniston al of niet in het Spaans nagesynchroniseerd.
Deze rit heb ik echter minder geluk. Omdat Joep en ik er tijdens onze ontspannen reis er een gewoonte van gemaakt hebben niet te ver vooruit te plannen en te reserveren, komt het nu het hoogseizoen begint te naderen wel eens voor dat we de laatste beschikbare plekken innemen. Dat hoeft geen probleem te zijn. Laatst nog, zat ik naast een aardige Franse jongen die een vertaling van Jorge Luis Borges aan het lezen was (zoals iedere Europeaan die door Argentinië reist) en maar een beetje snurkte tijdens de nachtelijke uurtjes. Dat de situatie de komende 19-urige rit van Bariloche naar Mendoza anders zal zijn, blijkt meteen als ik de aan mij toegewezen plaats gevonden heb. Helemaal vooraan beslaat een Argentijnse vrouw van een jaar of 65 beide zitplaatsen met haar drie tassen plus een doos handbagage en haar niet geringe omvang. Ze draagt een lichtroze ingekorte joggingbroek van het stof waarvan je niet weet of het de buitenkant of de binnenkant is. Haar voeten in lichtroze slobsokken heeft ze vanochtend in smalle zwart met goudkleurige nepadidasjes weten te proppen. Als ik haar vriendelijk vertel dat één van de twee stoelen aan mij toegewezen is, wendt ze haar blik af en begint ze haar bagage te verplaatsen en uiteindelijk ook zichzelf, zodat er precies een halve stoel voor mij over blijft. Ach, in een vliegtuig heb je doorgaans minder plaats.
Tot een gesprek wil het niet komen en daarom besluit ik mijn koptelefoon op te zetten en van het uitzicht te genieten. Helaas heeft een Chileense vulkaan, de Hudson, deze regio al maanden in zijn greep door nonstop zijn as uit te spuwen en door de wind deze kant op te laten blazen. Herstel, het is geen as, het is "vulkanisch zand". Dat heeft Gastón, hosteleigenaar in Puerto Madryn, ons verteld en dus noemt iedereen het as en Joep, Gastón en ik noemen het "vulkanisch zand". Dit "vulkanisch zand" zorgt ervoor dat ik elke paar uur mijn oren en neus moet schoonmaken, mijn mond niet te ver open kan doen en dat ik vanuit de bus net zoveel kan zien als bij dichte mist. Ik leg me daarbij neer en op dat moment wordt er een film ingestart die me eraan doet herinneren dat mijn stoel onder het scherm zit en ik dus niets van de film zal zien. Gelukkig staat het volume op de hoogste stand, zodat ik niets hoef te missen van Lágrimas del sol, de Spaans nagesynchroniseerde versie van Tears of the sun.
Zo besluit ik mijn Moleskineboekje en één van mijn niet verdwenen pennen ter hand te nemen. We rijden deze trip over een geheel geasfalteerde nationale route, wat het schrijven in de bus vergemakkelijkt. En als ik uitgeschreven ben kan ik altijd nog Pelican Bay of Extreem Luid en Ongelooflijk Dichtbij voor de tweede keer gaan lezen. Of ik kan gewoon de andere helft van mijn zitplaats opeisen door met mijn heupen te wiegen en proberen te gaan slapen.
Deze rit heb ik echter minder geluk. Omdat Joep en ik er tijdens onze ontspannen reis er een gewoonte van gemaakt hebben niet te ver vooruit te plannen en te reserveren, komt het nu het hoogseizoen begint te naderen wel eens voor dat we de laatste beschikbare plekken innemen. Dat hoeft geen probleem te zijn. Laatst nog, zat ik naast een aardige Franse jongen die een vertaling van Jorge Luis Borges aan het lezen was (zoals iedere Europeaan die door Argentinië reist) en maar een beetje snurkte tijdens de nachtelijke uurtjes. Dat de situatie de komende 19-urige rit van Bariloche naar Mendoza anders zal zijn, blijkt meteen als ik de aan mij toegewezen plaats gevonden heb. Helemaal vooraan beslaat een Argentijnse vrouw van een jaar of 65 beide zitplaatsen met haar drie tassen plus een doos handbagage en haar niet geringe omvang. Ze draagt een lichtroze ingekorte joggingbroek van het stof waarvan je niet weet of het de buitenkant of de binnenkant is. Haar voeten in lichtroze slobsokken heeft ze vanochtend in smalle zwart met goudkleurige nepadidasjes weten te proppen. Als ik haar vriendelijk vertel dat één van de twee stoelen aan mij toegewezen is, wendt ze haar blik af en begint ze haar bagage te verplaatsen en uiteindelijk ook zichzelf, zodat er precies een halve stoel voor mij over blijft. Ach, in een vliegtuig heb je doorgaans minder plaats.
Tot een gesprek wil het niet komen en daarom besluit ik mijn koptelefoon op te zetten en van het uitzicht te genieten. Helaas heeft een Chileense vulkaan, de Hudson, deze regio al maanden in zijn greep door nonstop zijn as uit te spuwen en door de wind deze kant op te laten blazen. Herstel, het is geen as, het is "vulkanisch zand". Dat heeft Gastón, hosteleigenaar in Puerto Madryn, ons verteld en dus noemt iedereen het as en Joep, Gastón en ik noemen het "vulkanisch zand". Dit "vulkanisch zand" zorgt ervoor dat ik elke paar uur mijn oren en neus moet schoonmaken, mijn mond niet te ver open kan doen en dat ik vanuit de bus net zoveel kan zien als bij dichte mist. Ik leg me daarbij neer en op dat moment wordt er een film ingestart die me eraan doet herinneren dat mijn stoel onder het scherm zit en ik dus niets van de film zal zien. Gelukkig staat het volume op de hoogste stand, zodat ik niets hoef te missen van Lágrimas del sol, de Spaans nagesynchroniseerde versie van Tears of the sun.
Zo besluit ik mijn Moleskineboekje en één van mijn niet verdwenen pennen ter hand te nemen. We rijden deze trip over een geheel geasfalteerde nationale route, wat het schrijven in de bus vergemakkelijkt. En als ik uitgeschreven ben kan ik altijd nog Pelican Bay of Extreem Luid en Ongelooflijk Dichtbij voor de tweede keer gaan lezen. Of ik kan gewoon de andere helft van mijn zitplaats opeisen door met mijn heupen te wiegen en proberen te gaan slapen.
Labels:
Argentinië,
Bariloche,
bus,
Chili,
Mendoza,
natuur,
Zuid-Amerika
Locatie:
Bariloche, Río Negro, Argentinië
vrijdag 25 november 2011
Het einde van de wereld
Ushuaia wordt ´het einde van de wereld` genoemd. Het is het zuidelijkste stadje op aarde en ligt in Tierra del Fuego, oftewel Vuurland, Argentinië. Veel reizigers door Argentinië en Chili besluiten ergens in Patagonië te stoppen met hun reis naar het zuiden vanwege tijd- en/of geldgebrek. Toch krioelt het in deze stad van de toeristen die ofwel met het vliegtuig ofwel met de bus, op de veerboot en over onverharde weg gekomen zijn. Deze toeristen komen naast voor de ervaring van het zich bevinden op dit uiterste puntje van de aarde ook voor de natuur en de activiteiten die deze te bieden heeft. Dat blijkt uit de outdooroutfits en de ontelbare daarop inspelende outdoorwinkels die het stadje rijk is. De bebouwing lijkt een Latijns-Amerikaanse versie van het Zwitsers chalet: een deels houten deels gestucte of met cement besmeerde vrolijk gekleurde gevel, een golfplaten dak en nada aan isolatie.
Naast de outdooractiviteiten zorgt een museum, de voormalige gevangenis, voor de nodige afwisseling. De rondleiding wordt geleid door Horacio die de veel te grote groep aankijkt alsof hij de bewaarder is en wij de gevangenen. Het gaat hier helaas niet om een rollenspel, dat zou het half uur misschien nog spannend maken. Er kon zelfs geen sappig waargebeurd en aangedikt verhaal van af. Nee, Horacio houdt van droge kost op monotoom stemgeluid zonder ruimte voor vragen. Zo weten en vergeten we nu hoeveel gangen en cellen het gebouw heeft en waarom, van welke materialen het destijds gebouwd is, dat in de gang waarin we ons nu bevinden dus niets meer origineel is en dat de ruimte waarin nu de gesloten bar zit gebruikt werd als gymzaal.
Terug in het hostel blijkt dat het ´einde van de wereld` ook maar een relatief begrip is. Voor een paar duizend dollar vertrekt een Nederlands stel de volgende dag naar het volgende einde van de wereld: Antarctica.
Naast de outdooractiviteiten zorgt een museum, de voormalige gevangenis, voor de nodige afwisseling. De rondleiding wordt geleid door Horacio die de veel te grote groep aankijkt alsof hij de bewaarder is en wij de gevangenen. Het gaat hier helaas niet om een rollenspel, dat zou het half uur misschien nog spannend maken. Er kon zelfs geen sappig waargebeurd en aangedikt verhaal van af. Nee, Horacio houdt van droge kost op monotoom stemgeluid zonder ruimte voor vragen. Zo weten en vergeten we nu hoeveel gangen en cellen het gebouw heeft en waarom, van welke materialen het destijds gebouwd is, dat in de gang waarin we ons nu bevinden dus niets meer origineel is en dat de ruimte waarin nu de gesloten bar zit gebruikt werd als gymzaal.
Terug in het hostel blijkt dat het ´einde van de wereld` ook maar een relatief begrip is. Voor een paar duizend dollar vertrekt een Nederlands stel de volgende dag naar het volgende einde van de wereld: Antarctica.
Labels:
Argentinië,
einde van de wereld,
gevangenis,
informatie,
Latijns-Amerika,
museum,
natuur,
Tierra del Fuego,
Ushuaia,
Vuurland,
Zuid-Amerika
Locatie:
Ushuaia, Vuurland, Argentinië
dinsdag 8 november 2011
Vaderlandsliefde
![]() |
Monument Argentijnse vlag in Rosario |
'In Buenos Aires stikt het van de tangoclubs, ja. Maar daar wonen drie keer zoveel mensen. Hier in Montevideo zijn net zoveel clubs en dus zijn er hier veel meer mensen die dansen. En jong en oud danst hier de tango, echt ie-der-een danst hier. En mate, natuurlijk wordt er in Argentinië mate gedronken, maar hier in Uruguay zie je het echt o-ver-al. Overal, op straat, op het werk, op school, op feesten, overal. En vlees? Eten de Argentijnen veel vlees? Wij eten pas veel vlees.'
Ik heb het idee dat ze nog wel even door kan gaan, maar Eugenia wordt ten tango gevraagd door José en dat laat ze niet schieten.
In Argentinië hebben we al van een Uruguayaanse gehoord dat de mensen in haar vaderland veel aardiger zijn. Het is er bovendien veel rustiger en aangenamer. Op hun beurt lopen de Argentijnen over van trots als het hun eigen land, regio en woonplaats betreft. In Rosario bezoeken we een monument, speciaal opgericht voor de bedenker van de nationale vlag en bijbehorende filosofie. Vlak aan de waterkant bestrijkt daar een enorm wit bouwwerk vele vierkante meters van de stad. De kathedraal er achter valt hierdoor in het niet en zo wordt de door de rest van het continent veronderstelde arrogantie van de Argentijnen schaamteloos tot uitdrukking gebracht. En Uruguay, ach, dat zou net zo goed een provincie van Argentinië kunnen zijn, hebben we al gehoord.
Zelfs in het "vergeten" land Paraguay komt de vaderlandsliefde dubbel en dwars tot uitdrukking. Joep heeft in Brazilië besloten van elk land dat we aan zullen doen vlaggetjes te verzamelen. Dus gaan we ook in Paraguay, het tweede land van onze reis, op zoek naar een vlaggetje voor op zijn tas. Daar gooien de souvenirwinkels roet in het eten. Als ik voor het eerst vraag naar een kleine vlag, komt de dame in kwestie aan met de kleinste vlag. Het is er één van een maat waarmee we Joep's hele backpack in kunnen pakken. Een hele kleine vlag dan? Of een superklein vlaggetje? Het mag allemaal niet baten. Kleine vlaggen zijn in het hele land niet verkrijgbaar en de ondernemers lijken vaak zelfs geschokt door de brutale vraag.
En welk land is tot nu toe onze favoriet? Brazilië om de sensualiteit en de levendigheid, Paraguay om de heerlijke en oprechte onnozelheid, Argentinië om de verscheidenheid en veelzijdigheid met name van het landschap en Uruguay om de oprechtheid van de opvallend aardige mensen.
En wat Eugenia betreft, die kwam in haar afgebroken betoog niet toe aan de dulce de leche, of misschien weet ze zelf ook dat het Argentijnse recept vele malen beter is.
Labels:
Argentinië,
Brazilië,
Buenos Aires,
Latijns-Amerika,
Paraguay,
Tango,
Uruguay,
vaderlandsliefde,
vlag,
Zuid-Amerika
Locatie:
Zuid-Amerika
donderdag 27 oktober 2011
Tango in Buenos Aires
In Buenos Aires is de tango volop aanwezig, in allerlei vormen. Het is één van de handelskenmerken van de stad. Souvenirwinkeltjes liggen vol met prullaria in het thema van deze sensuele dans. Toeristen worden op straat aangesproken door de ene na de andere aanbieder van een spectaculaire tangoshow met of zonder diner. De reisgids heeft het naast deze shows, ook over voorstellingen op straat in de weekends en in de buurt La Boca. Helaas blijkt zo´n straatvoorstelling niet voor ons weggelegd. In het weekend regent het en ook ons bezoek aan La Boca wordt vergezeld door een fikse plensbui.
Op vrijdagochtend in een café aan de koffie denken we na over de manier waarop we onze vrijdagavond zullen vullen en of we toch zullen zwichten voor een grootse tangoshow. Van de leestafel pak ik de cultuurbijlage van de Clarín, te vergelijken met de Telegraaf, maar dan iets stijlvoller. Mijn oog valt op een aankondiging van activiteiten rond tango-maand oktober. Zo vallen we met onze neus in de boter, want de krant organiseert elke vrijdagavond van deze maand een tangovoorstelling door een gerenomeerd orkest. Deze eerste vrijdag zal Vale Tango het spits afbijten. De gratis kaarten zijn vanaf zes uur af te halen en de voorstelling zal om half negen beginnen.
In de rij voor aanvang van de voorstelling blijken er veel Argentijnse dames te zijn die slechter Spaans lezen dan ik en juist aan de enige toeriste in de rij vragen of ze kaarten nodig hebben. We concluderen al snel dat we een vreemde eend in de bijt zijn in het publiek, met onze netjes om zes uur afgehaalde kaarten, onze afwijkende leeftijd en nationaliteit. Het mag de pret niet drukken, in tegendeel. Dit is een avondje tango pur sang. We nemen plaats op kleine stoeltjes in dicht op elkaar geplaatste rijen, zodat Joep de gehele voorstelling met gespreide benen mag uitzitten. Zo geniet het publiek bil aan bil van een prachtige voorstelling van het ervaren orkest met internationale faam, een stel dansers waarvan de dame wereldkampioene is en een krachtige zanger. Het plaatje is voor ons compleet. We doen met het ge-oe en ge-aa van het publiek mee en beginnen net als de Argentijnen een refrein voor het einde alvast te klappen en ´bravo´ te roepen. Wat een enthousiasme! Deze saamhorigheid kennen we in Nederland alleen van het TROS-muziekfeest en dan hossen we "gezellig" mee. In Argentinië beleeft het volk dicht op elkaar de mooie klanken en het prachtige beeld van de tango. En wie denkt dat deze sensuele dans alleen weggelegd is voor de ouderen en de toeristen heeft het mis. Op zondagavond stuiten we midden in een park op een kiosk met krakende muziek uit de oude speakers, waar jong en oud uit de buurt met elkaar de tango danst.
Op vrijdagochtend in een café aan de koffie denken we na over de manier waarop we onze vrijdagavond zullen vullen en of we toch zullen zwichten voor een grootse tangoshow. Van de leestafel pak ik de cultuurbijlage van de Clarín, te vergelijken met de Telegraaf, maar dan iets stijlvoller. Mijn oog valt op een aankondiging van activiteiten rond tango-maand oktober. Zo vallen we met onze neus in de boter, want de krant organiseert elke vrijdagavond van deze maand een tangovoorstelling door een gerenomeerd orkest. Deze eerste vrijdag zal Vale Tango het spits afbijten. De gratis kaarten zijn vanaf zes uur af te halen en de voorstelling zal om half negen beginnen.
In de rij voor aanvang van de voorstelling blijken er veel Argentijnse dames te zijn die slechter Spaans lezen dan ik en juist aan de enige toeriste in de rij vragen of ze kaarten nodig hebben. We concluderen al snel dat we een vreemde eend in de bijt zijn in het publiek, met onze netjes om zes uur afgehaalde kaarten, onze afwijkende leeftijd en nationaliteit. Het mag de pret niet drukken, in tegendeel. Dit is een avondje tango pur sang. We nemen plaats op kleine stoeltjes in dicht op elkaar geplaatste rijen, zodat Joep de gehele voorstelling met gespreide benen mag uitzitten. Zo geniet het publiek bil aan bil van een prachtige voorstelling van het ervaren orkest met internationale faam, een stel dansers waarvan de dame wereldkampioene is en een krachtige zanger. Het plaatje is voor ons compleet. We doen met het ge-oe en ge-aa van het publiek mee en beginnen net als de Argentijnen een refrein voor het einde alvast te klappen en ´bravo´ te roepen. Wat een enthousiasme! Deze saamhorigheid kennen we in Nederland alleen van het TROS-muziekfeest en dan hossen we "gezellig" mee. In Argentinië beleeft het volk dicht op elkaar de mooie klanken en het prachtige beeld van de tango. En wie denkt dat deze sensuele dans alleen weggelegd is voor de ouderen en de toeristen heeft het mis. Op zondagavond stuiten we midden in een park op een kiosk met krakende muziek uit de oude speakers, waar jong en oud uit de buurt met elkaar de tango danst.
vrijdag 14 oktober 2011
Cementerio de la Recoleta

Nou ja, rustplek. Om hier na de dood je rust te vinden zou ik mijn zerk wat achteraf oprichten, want de tuin van de Iglesia de Nuestra Señora del Pilar is een wijk op zich. Gescheiden van de rest van Recoleta door een muur, hekwerk en een imposante ingang met een viertal Dorische zuilen lijkt bij binnenkomst het leven hier gewoon door te gaan. Er zijn op deze bewolkte dag binnen de muren net zoveel toeristen als erbuiten op het plein. Jongeren in schooluniform rennen twee aan twee rond met A4´tjes en fotocamera´s om zo snel mogelijk hun opdracht te vervullen. Een groep Noord-Amerikanen staat uitgebreid en op vol volume het dagprogramma door te nemen, terwijl de gids tegen de rest van de groep gilt dat het volgende graf dat hij zal laten zien echt hi-la-risch is. Iedere toerist die ietwat zoekend om zich heen kijkt, wordt door een medewerker gevraagd of hij of zij het graf van Evita zoekt. Er wordt één graf aangegeven met bordjes, het graf van president Sarmiento, overleden in 1888. Het zal vast een veelbezocht graf zijn, maar het had het vast beter gedaan als er een musical van gemaakt was met, laten we zeggen, John Travolta in de hoofdrol.
Hoe verder verwijderd van de ingang en het centrale plein we door de nauwe straatjes dwalen, hoe meer de rust en het bijbehorende lugubere gevoel het wint van de toeristische hectiek. De meest grootse grafmonumenten zijn hier opgericht. Er zijn schaamteloos complete kerken en gebouwen, versierd met Griekse beelden, ingericht als laatste rustplaats. Sommigen zijn wat verweerd en laten het vervallen interieur zien. We kijken naar binnen en kunnen de grafkelders en kisten, bedolven onder stof en puin, zien liggen. Zoals buiten de muren van het kerkhof de honden (en hun drollen) het voor het zeggen hebben, liggen hier de katten als reïncarnaties hun graf te bewaken.
Als het begint te regenen besluiten we richting de uitgang te gaan. Of misschien toch nog even naar Evita? Om ons beter voor te doen dan we zijn lopen we vastberaden naar de aanwezige plattegrond en kijk ik nonchalant bij de D van Duarte. De eerste blik op de kaart blijkt toch net iets té nonchalant en te kort, want we kunnen het graf niet vinden. We besluiten nog één keer iets langer op de kaart te kijken en onze versie van Op zoek naar Evita nog even voort te zetten. Het lukt, zonder aangesproken te worden door een hulpvolle medewerker. Bij aankomst is Joep toch wat teleurgesteld in de grootsheid van het graf. Ik leg Joep, die de film niet gezien heeft, uit dat alleen al de uiteindelijke plek van haar graf wat contrasteert met haar idealen als rolmodel en strijder voor de "descamisados", oftewel de arme werkende klasse. Daar legt hij zich dan maar bij neer, dat heeft zij tenslotte ook gedaan.
zaterdag 8 oktober 2011
Uritorco

Onze klim gaat voorspoedig. Volgens de meegekregen informatie zal de weg naar boven zo´n drie tot vier uur duren. We halen het binnen de drie uur met ook nog zo nu en dan een moment van rust om van het uitzicht te genieten. Niet alleen de paaltjes en de rotsen wijzen ons de weg, maar we worden ook vergezeld van een roedel honden waarvan het lijkt alsof ze dit kunstje vaker geflikt hebben. Als ze merken dat ze van ons geen eten krijgen, druipen ze één voor één af naar een ander stel sportievelingen.
Bij ons vertrek is de lucht nog koel en het waait hard. Bij de daling merken we dat de zon weer op de oude vertrouwde Cordobese sterkte is gekomen. De daling is sowieso niet mijn favoriete deel van een bergwandeling. Ik meen in het dagelijks leven toch verre van motorisch gestoord te zijn, maar zet mij op een berg met mijn neus naar beneden en ik verander in een bewegingsgestoord monster. Teleurgesteld, omdat ik op de top merk dat de route naar beneden dezelfde weg terug is, merk ik op dat ik niet begrijp waarom de beklimming drie tot vier uur zou duren en de indicatietijd van dezelfde weg naar beneden maar drie uur is. Dalingen zijn wat mij betreft misschien conditioneel niet zo pittig, maar het vergt net zoveel inspanning. In mijn geval is dit ook te wijten aan mijn hoogtevrees, wat ik liever "valangst" noem. Joep snapt dit niet en zegt dat ik gewoon moet lopen en niet na moet denken. En daar gaat hij: hop, hop, hop, alsof hij een trap afloopt. Ik raak snel achterop. Om de twee passen sta ik een nieuwe tactiek uit te denken. Hoe zal ik de volgende stap nemen? Die grote gladde steen of toch die platte? Maar misschien ligt die los. Vaak maak ik de verkeerde keuze en glij ik alsnog, als een tekenfilmfiguur die een rolschaats over het hoofd ziet, op één been balancerend de berg af. Ik maak er een ware vijf sterren denksport van.
Gelukkig leer ik snel, maar net als ik denk het steensoort onder de knie te hebben, verandert de ondergrond en duurt het weer even voordat ik mijn nieuw uitgedachte ritme vind. Joep kijkt hoofdschuddend toe en spreekt me bemoedigend toe dat ik na vijf hikes het afdalen helemaal gewend zal zijn. Ik hoop het, want ik heb nu alweer zin in de volgende. Ondanks het denkproces bij de afdaling raakt mijn hoofd helemaal leeg en lukt het me om niet alleen naar mijn voeten en de grond te kijken, maar ook om me heen. En ja, we zijn een kwartiertje sneller in het afdalen dan in het beklimmen en we zijn gelukkig niet ingehaald. Toch het wedstrijdelement en het fanatisme. Al met al was het een succesvolle eerste hike. Dat er nog velen mogen volgen, op z´n minst vijf.
dinsdag 4 oktober 2011
Ode aan Matías en Catalina

Zo spenderen zij veel van hun kostbare vrije tijd aan ons. In het Argentijnse bedrijfsleven denkt men namelijk dat hoe meer de werknemer aanwezig is, hoe productiever. Daarom heeft een starter na één jaar recht op maar liefst twee hele weken vrij en dat elk jaar. Na vijf jaar bij dezelfde werkgever prijzen ze zich gelukkig met drie weken vrij per jaar.
We amuseren ons kostelijk met de twee. Catalina, een pittige tante, die veel jaren van haar leven in Nederland heeft gewoond en Nederlands als haar tweede moedertaal heeft en Matías, die ook in Nederland geboren is, maar er veel minder tijd heeft doorgebracht en mede door zijn perfectionisme zijn accentloze Nederlands liever laat voor wat het is, vormen een geweldig stel. In de auto amuseer ik me kostelijk met hun gekissebis over wat we gaan doen, wie nú iets moet verzinnen om te doen en over de route. Als de auto bij een flinke hellingproef een tegesputterend geluid maakt, vraagt chauffeur Catalina waarom de auto dit geluid maakt. ´Waarom moet ík dat weten?´vraagt Matías. ´Nou, mannen weten dat soort dingen,´ antwoordt ze, waarop haar broer zegt: ´Ik niet, ik ben van de literatuur.´
Deze interesse haalt hij ook aan als Catalina en Joep met hun camera´s in de weer zijn en wij een beetje rondlopen op de buitenplaats van de Jezuïetenvesting. Zij zijn van het beeld, wij van de woorden. Daarom Catalina en Matías, voor jullie dit bedankje in woorden. We hebben ons mede door jullie enorm vermaakt in Córdoba. En Matías, woensdag was een leerzaam en gezellig afscheid, tijdens de bijeenkomst op je Universiteit en vooral tijdens het biertje erna. We houden contact. Muchas gracias, nos vemos.
Labels:
Argentinië,
Córdoba,
informatie,
ode,
ontmoeting,
Zuid-Amerika
Locatie:
Córdoba, Argentinië
zaterdag 1 oktober 2011
Dilma´s verloren zoon

De vrouw wil graag onze namen weten en stelt zich voor als Dilma. Ze vertelt dat ze vijf dochters heeft. De oudste is de veertig gepasseerd en de jongste is 27, vrijgezel en woont nog bij haar moeder. Dilma is, zoals de meeste Latijns-Amerikanen, een echt familiemens. Ze staat op om een foto van haar jongste dochter samen met haar overleden zoon uit haar bagage te halen. In een houten reislijstje zit een ronde foto van haar twee kinderen. De jongeman heeft geen baard, maar wel een lang hoofd, zoals dat hoort bij een lang lijf. Daar houdt de vergelijking wat mij betreft mee op. Ze lijkt mijn gedachte te kunnen lezen en zegt: ´Van voren lijken ze misschien minder op elkaar, maar en profil precies.´ Ik til Joep´s pet op om nog een verschil te laten zien en ze zegt: ´Oh ja, mijn zoon had heel veel haar, maar ook zo heel kort.´ Ze wil het echt heel graag zien.
Dilma vertelt dat ze ervan overtuigd is dat ze hem weer tegenkomt in het hiernamaals. Ze is Katholiek, daar gelooft ze in. Ze vraagt of wij ook Katholiek zijn en citeert nog een stukje Bijbel. Ze legt uit dat ze veel geeft om de natuur en vindt het een wonder hoe God de mens heeft geschapen en wat de mens onderscheidt van de dieren. Dat wij hier zo met elkaar kunnen praten. Ze zegt dat ze graag leert, veel leest en graag gesprekken aangaat zoals nu met ons. ´Ik zag dat jullie goede mensen zijn, maar niet iedereen is goed. Er zijn veel vervuilde geesten.´ Fel steekt ze haar vinger op en vervolgt: ´Maar ik ben geen racist, nee, nee, iedereen is gelijk. Er bestaat geen blauw bloed, ieders bloed is rood.´
We merken dat ze de hele avond naast ons zou kunnen blijven zitten, mijn koude handen vasthoudend, in Joep´s been knijpend. Toch besluit ze afscheid te nemen. ´Ik laat jullie,´ zegt ze. Ze geeft ons ieder twee zoenen. ´In Argentinië doen we er twee, en jullie?´ Ik vertel dat wij er elkaar drie geven, maar dat mannen het onder elkaar houden bij een vriendschappelijke schouderklop. ´Nee, hier zoenen mannen elkaar ook. En dat vind ik goed hoor, vriendschappelijk dan, hè.´ Dilma trekt haar voorhoofd op en er schiet haar iets te binnen. ´Net op het damestoilet zag ik een man, ik moest goed kijken, op zúlke hakken. Hij was zich aan het opmaken.´ Afkeurend schudt ze haar hoofd. ´Nee,´ zegt ze. ´Die mensen zijn ziek.´ Tijdens dit afscheid moet ik toch mijn beeld van tolerante, sociale Dilma iets bijstellen.
Na deze onderbreking maakt ze opnieuw aanstalten om afscheid te nemen. ´Het ga jullie goed. Geniet van jullie reis en let goed op elkaar.´ Haar wenkbrauwen gaan wederom omhoog en ze verwijst waarschuwend naar een rampscenario uit het nieuws. ´Hebben jullie het niet gehoord dan, van die Fransen in Salta? Wat vreemd, het was veel in het nieuws.´ Ze praat ons nog even bij over deze gebeurtenis uit het nieuws, aangevuld met haar eigen inbreng en geruchten. Ik besluit niet heel aandachtig te luisteren.
In mijn ooghoek zie ik onze bus aankomen. ´Is dat jullie bus? Ja, ga maar.´ Ik stel haar gerust en zeg dat we goed op elkaar zullen letten. ´Ja, en zorg goed voor hem, het is een beetje mijn zoon. Wie weet kruisen onze wegen elkaar nog eens.´ Ja wie weet Dilma, wie weet.
Labels:
Argentinië,
bus,
Latijns-Amerika,
ontmoeting,
Zuid-Amerika
Locatie:
Resistencia, Chaco, Argentinië
woensdag 21 september 2011
De Iguazu Watervallen
Na deze ervaring en de nodige kiekjes brengt Gil ons naar het Argentijnse watervallenpark. Dit park heeft meerdere routes, deels lopend, deels per treintje af te leggen. Volgens Gil moeten we eerst naar "La Garganta del Diablo", oftewel "Devil´s Throat", want deze sluit als eerste. Na een ritje met een treintje dat zo volgestouwd wordt dat het nog nauwelijks vooruit komt, lopen we als een hele grote familie eenden achter elkaar over een brug van ongeveer een kilometer lang. De stalen roosters steunen op zwaar beton in het steeds heviger stromende water. We grappen over onze moeders, die zeker niet gedurft hadden hier overheen te lopen. Stiekem vinden we het zelf ook spannend, helemaal als we stukken brug zien van een oude route, verwoest bij een overstroming in 1992. Bovendien is de huidige route pas vandaag weer opengesteld, nadat hij een week dicht is geweest vanwege hoog water. Terwijl ik in regelmatige tred doorstap en niet probeer te denken aan wat de mogelijke gevolgen zijn als ik in het water val, komen aan de andere kant ons oude mensen tegemoet, die duidelijk een stuk slechter ter been zijn en voor de tweede keer de brug trotseren. Argentijnse schoolklassen met om de drie leerlingen een thermoskan mate in de hand, zijn net als de oudjes alweer op hun weg terug. Ook zien we de nodige botoxhoofden en neptieten op witte gympen de brug overlopen, die het hier wel lukt van het natuurschoon met al haar verval te genieten.
Als we aankomen bij "Devil´s Throat" krijgen we van Gil twintig minuten om te watervallen te bekijken. De naamgeving van dit natuurverschijnsel omschrijft nog het beste hoe het eruit ziet. Van alle kanten stort het water zich hier meters naar beneden. Wij staan bovenaan en kunnen door de weer opspattende nevel het eind van de waterstroom niet zien. Na de beleving van dit geweld zet ik de doemscenario´s uit het hoofd en leg ik de rest van de routes af zonder angst.
De hoge route leidt ons over de bovenkant van de watervallen en de lage route leidt ons daar langs de stromen waar het water in volle kracht naar beneden komt. Het geluid is oorverdovend en Joep merkt op dat dit geweld er altijd zal zijn. Je kunt ze niet uitzetten. Het klinkt als een constante stroom van heftig geruis met daar onder iets dat lijkt op een constant voorbij razende vrachtwagen.
Terwijl Gil de andere mensen op de boot zet kunnen wij onze gang gaan. Terug bij de uitgang vergeven we Gil dat zijn inbreng voor ons het geld niet waard is geweest, want wat had hij met woorden nog toe kunnen voegen aan deze ervaring? Ook ik kan de kracht van dit natuurverschijnsel maar moeilijk omschrijven en zelfs Joep´s prachtige foto´s dekken de lading niet.
Op de terugweg leidt Gil ons weer vlekkeloos langs de douane en zorgt voor de "salida" stempels in onze paspoorten.
Abonneren op:
Posts (Atom)