donderdag 16 februari 2012

Starende ogen

Als kind in een Limburgs dorp waar twee tehuizen voor geestelijk gehandicapten staan, leerden we geen mensen na of aan te staren. Als we op zaterdag in "de stad" waren werden we gecorrigeerd als we te lang keken naar bedelaars, dronkelappen, mensen in een rolstoel of mensen met een andere huidskleur dan die van ons. Van kinderen wordt het nastaren nog getolereerd. Het zit in onze natuurlijke aard, maar na verloop van tijd proberen we dit af te leren. Dat is beschaafd. Ondertussen doen we net alsof we niet kijken, stoten we elkaar aan en fluisteren we 'heb je die gezien?'
Hier in Zuid-Amerika zijn de kinderen niet andere en daarom is Joep vaak het middelpunt van starende ogen en wijzende vingertjes. Voorbijkomende schoolklassen, ouders met kinderen, Joep trekt de aandacht. Maar niet alleen de kinderen. Ook de juffen, moeders en bejaarden op bankjes kijken vaak net iets te lang met hun mond net iets te ver open in Joep's richting. Oudere vrouwen giechelen er vaak bij.
Niet alleen Joep is exotisch. Ook ik ben een paar keer gevraagd met een groepje Zuid-Amerikaanse toeristen op de foto te gaan. Zo verander je bij een toeristische attractie zelf in een bezienswaardigheid. Vooral in de Andes wordt er veel gestaard naar deze blanke exotische wezens met haar op plekken waar het niet hoort en met een gebrek aan haar op plekken waar het wel hoort. Onbeschaamd, open en eerlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten