Met dit verhaal komen de twee zaterdagavond terug van het op één na grootste carnavalsfeest van Zuid-Amerika. Ze vertellen ook nog dat ze twee keer de welbekende spuitbustruc hebben zien uitvoeren. De één spuit bij het slachtoffer schuim in het gezicht uit een spuitbus die speciaal voor het carnavalsfeest verkocht wordt, terwijl de ander in de tijd dat het slachtoffer het goedje uit zijn ogen aan het vegen is hem berooft. Het gevolg van deze gebeurtenissen was dat Guy en Carolein zich niet meer op hun gemak voelden en telkens op hun hoede waren. 'We gaan dus niet meer met z'n tweeën,' leggen ze uit, 'maar we willen op zich nog wel een keer gaan,' zegt Guy. 'Ja, en als we nog een keer willen gaan dan is morgen nog de beste dag, hebben we ons laten vertellen,' valt Carolein hem bij.
En zo komt het dat we de volgende dag om zeven uur met de twee carnavalvierders op weg zijn naar Barranquilla. Want dat was ook nog een voorwaarde: we moesten op tijd vertrekken, om genoeg tijd te hebben om een plekje op de tribune te kunnen bemachtigen. Daar zal het veiliger zijn en hoeven we minder angstig om ons heen te kijken. En zo komt het ook dat we van half elf tot half twee, op de voorste rij in de schaduw weliswaar, wachten op de grootse parade. En het mag gezegd, het is een mooie parade met verschillende, voornamelijk dansgroepen, die zich in een bepaald thema uitgedost hebben en hun bewegingskunsten tonen. Ook al herhalen de thema's zich, het blijft mooi om naar te kijken. Veel deelnemers weten het publiek te enthousiasmeren.
Bij mooi en vermakelijk blijft het echter. Het zindert niet. Niet zoals ik dat ken uit het Limburgse carnaval, waar je moeite moet doen om niet in het feestgedruis terecht te komen, waar je ook in de buitenwijken van de stad niet om het feest heen kunt en waar je opvalt als je niet verkleed over straat gaat. Op de momenten dat er gaten vallen in de optocht besmeuren de enthousiastelingen in het publiek elkaar met meel en schuim. Ook wij worden er, eerst voorzichtig aftastend en daarna vol door onze Colombiaanse buren bij betrokken, met als begeleidende tekst: 'ha ha, nóg witter!' Als we een paar straten verderop, helemaal onder het meel, terug naar de bus lopen, wordt er toch wat vreemd naar ons gekeken. De volgende keer zullen we proberen op tijd een slaaplek in de stad zelf te bemachtigen om zo ook het nachtelijke feest mee te kunnen maken. Dat schijnt bruisender te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten