
Onze klim gaat voorspoedig. Volgens de meegekregen informatie zal de weg naar boven zo´n drie tot vier uur duren. We halen het binnen de drie uur met ook nog zo nu en dan een moment van rust om van het uitzicht te genieten. Niet alleen de paaltjes en de rotsen wijzen ons de weg, maar we worden ook vergezeld van een roedel honden waarvan het lijkt alsof ze dit kunstje vaker geflikt hebben. Als ze merken dat ze van ons geen eten krijgen, druipen ze één voor één af naar een ander stel sportievelingen.
Bij ons vertrek is de lucht nog koel en het waait hard. Bij de daling merken we dat de zon weer op de oude vertrouwde Cordobese sterkte is gekomen. De daling is sowieso niet mijn favoriete deel van een bergwandeling. Ik meen in het dagelijks leven toch verre van motorisch gestoord te zijn, maar zet mij op een berg met mijn neus naar beneden en ik verander in een bewegingsgestoord monster. Teleurgesteld, omdat ik op de top merk dat de route naar beneden dezelfde weg terug is, merk ik op dat ik niet begrijp waarom de beklimming drie tot vier uur zou duren en de indicatietijd van dezelfde weg naar beneden maar drie uur is. Dalingen zijn wat mij betreft misschien conditioneel niet zo pittig, maar het vergt net zoveel inspanning. In mijn geval is dit ook te wijten aan mijn hoogtevrees, wat ik liever "valangst" noem. Joep snapt dit niet en zegt dat ik gewoon moet lopen en niet na moet denken. En daar gaat hij: hop, hop, hop, alsof hij een trap afloopt. Ik raak snel achterop. Om de twee passen sta ik een nieuwe tactiek uit te denken. Hoe zal ik de volgende stap nemen? Die grote gladde steen of toch die platte? Maar misschien ligt die los. Vaak maak ik de verkeerde keuze en glij ik alsnog, als een tekenfilmfiguur die een rolschaats over het hoofd ziet, op één been balancerend de berg af. Ik maak er een ware vijf sterren denksport van.
Gelukkig leer ik snel, maar net als ik denk het steensoort onder de knie te hebben, verandert de ondergrond en duurt het weer even voordat ik mijn nieuw uitgedachte ritme vind. Joep kijkt hoofdschuddend toe en spreekt me bemoedigend toe dat ik na vijf hikes het afdalen helemaal gewend zal zijn. Ik hoop het, want ik heb nu alweer zin in de volgende. Ondanks het denkproces bij de afdaling raakt mijn hoofd helemaal leeg en lukt het me om niet alleen naar mijn voeten en de grond te kijken, maar ook om me heen. En ja, we zijn een kwartiertje sneller in het afdalen dan in het beklimmen en we zijn gelukkig niet ingehaald. Toch het wedstrijdelement en het fanatisme. Al met al was het een succesvolle eerste hike. Dat er nog velen mogen volgen, op z´n minst vijf.
Ha die bergbeklimmers,
BeantwoordenVerwijderenIk heb gelezen dat Carin enige hoogtevrees heeft.
Ik kan haar een advies geven voor een volgende afdaling.
Vraag het aan je vader hoe je van een hoge berg moet komen.Paul zal zich dan zeker de beklimming in Hintersee herinneren
de groeten uit Heel....en....wees wel voorzichtig
Tiny en Huub
Hi Carin, toch knap dat je ondanks je hoogtevrees al kunt uitkijken naar de volgende wandeling. Maar goed ook, want het lijkt me heerlijk ter afwisseling van de drukke steden en lange busritten. Ik kijk uit naar een verslag van de volgende afdaling. :-) Oefening baart kunst.
BeantwoordenVerwijderen