We horen mevrouw Sonja mompelen dat ze zich verslapen heeft. Met één kous omhoog en de andere naar beneden rent ze al mompelend op en neer tussen de tafels door, naar de keuken en al schreeuwend naar de andere familieleden. Dochter Josy moet eieren gaan halen, want die zijn op en manlief Oscar moet voortmaken en komen helpen in de keuken. Water opzetten, koekenpan op het vuur, sinaasappels in de pers.
Als arme Oscar op een onbewaakt ogenblik de keuken verlaten heeft gilt ze wederom. 'Oscar, Oscar, de machine! De machine!' Wij beginnen bijna te geloven dat er een ramp staat te gebeuren, maar aan Oscars reactie blijkt het wel mee te vallen. Hij staat al met een wasmand voor haar neus. 'Vier zwarte koffie hè? Ja zwart,' zegt ze tegen ons. 'Euh, eieren, drie roerei, een gebakken. O nee, andersom. Komt eraan.' Plof, we krijgen wat bestek toegeworpen en ze rent weer de keuken in, keuken uit, weer de keuken in. 'Josy, Josyyyyy!!'
Wij hebben het nadrukkelijke advies gekregen ons op deze hoogte te gedragen als de locals. Dat betekent rustig bewegen, je niet te druk maken en niet te veel eten. Nu zien we de locals op elk moment van de dag een volledige maaltijd nuttigen en het enige familielid in het hostel dat zich niet druk lijkt te maken is de akelig starende broer, die vanaf de receptiedesk de gasten nauwkeurig observeert. Hij krijgt het zelfs voor elkaar tijdens een rondleiding door het gebouw voor geïnteresseerde toeristen zelf weer naar zijn eigen kamer naast de receptie te gaan om zijn middagdutje af te maken. Zijn kamer, waaruit de bedwelmende geur van dood dier komt. Als de twee meiden klaar zijn met het bekijken van de kamers staan ze een tijdje bij de receptie tevergeefs te wachten. Meneer is onvindbaar en de twee potentiële klanten gaan door naar het volgende hotel.
Het proces van check-out loop al even hectisch als de ontbijtprocedure. Na het ontbijt staan we met de sleutel bij de receptie. Dochterlief neemt het initiatief en begint met rekenen. Als ze bijna klaar is neemt moeder Sonia de calculator over. 'Euh, kamer 105 en...' '127,' roepen we in koor. 'Ja, ja, 105 en 127.' Ze slaat het grote schrift een paar keer open en weer dicht. 'Hoeveel nachten? Drie, hè, ja drie en drie keer ontbijt. Twee kamers, ja twee kamers.' Terwijl ze druk op de machine tikt hebben wij het geld al in onze handen. Het lijkt alsof dit de allereerste check-out is die dit familiehostal meemaakt, maar toch bestaat het al jaren.
Wij zullen ons op deze hoogte niet druk maken. Toch verlaten we met een licht opgejaagd gevoel Copacabana aan het Titicacameer en gaan we op weg naar onze volgende bestemming.